Categorieën
Reizen

Definitie van vakantie aan zee

Iedereen is wel eens op vakantie aan zee geweest. Het lijkt ook zo vanzelfsprekend. Maar het fenomeen op vakantie gaan is relatief jong in Nederland, zeker voor de gemiddelde burger.

Pas halverwege de negentiende eeuw werd de (zomer)vakantie ingevoerd. Voornaamste reden: de hitte in de klaslokalen was soms zodanig dat kinderen gewoon niet kwamen opdagen. Door de warmte braken er ook vaak epidemieën uit, waarvoor thuisblijven een uitkomst bood. Kinderen van arme gezinnen werden vooral aan het werk gezet.

Daarvoor maakte alleen de gegoede burgerij vakantiereizen. Adelijke kinderen werden vanaf de zestiende eeuw op een “Grand Tour” gestuurd: een reis waarmee ze enige culturele en persoonlijke vorming zouden opdoen. Tijdens een reis van soms enige jaren deden ze vooral monumenten uit de klassieke oudheid aan. De term “tourist” komt hier vandaan.

Vanaf 1830 konden dus alle kinderen op vakantie. Dit was dus vooral nog vooral weggelegd voor de rijkere burgers, de gemiddelde burger had immers geen geld om op vakantie te gaan. In de 19e eeuw werden badplaatsen gebouwd om rijke burgers een nieuwe vorm van ontspanning te bieden: vakantie aan zee. Een badplaats biedt goede voorzieningen om te zonnen en zwemmen aan het strand. Tegenwoordig kun je hier vaak ook kitesurfen, windsurfen, kiteboarden en zeilen.

Het kusttoerisme voor jan en alleman kwam pas vanaf de jaren 50. Het vakantiegeld voor arbeiders werd ingevoerd, waardoor ook de arbeiders- en middenklasse in de zomer naar de badplaatsen trok. Daarvoor was er weliswaar betaald verlof, maar konden de meeste mensen het zich niet verloven van hun normale salaris om een vakantie te betalen.

Minder dan de helft van de Nederlanders ging rond 1970 nog op vakantie. De komst van de auto maakte het voor gezinnen gemakkelijker om verder te reizen. Eerst in Nederland, en later steeds verder. De gemiddelde reisafstand nam toe door de komst van betaalbare vliegreizen, van gemiddeld 1100 kilometer in 1969 tot gemiddeld 2.700 kilometer in 2005.

In 2020 kiezen veel Nederlanders met kinderen voor een vakantie in eigen land. Strandvakanties blijven populair, want Nederland kent maar liefst 30 badplaatsen langs de gehele westelijke Noordzeekust. De meest bekende Nederlandse badplaatsen zijn Callantsoog, Texel, Scheveningen, Renesse, Den Haag (Kijkduin), Zandvoort, Sint Maartenszee en Terschelling. Ook in het buitenland kiezen we vaak voor vakanties aan zee, de meest populaire vakantiebestemmingen liggen aan de zee in Spanje, Turkije, Frankrijk en Griekenland.